Naamgeving
Zuidweststad. Dat was de werknaam die de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) voor de nieuwe stad hanteerde. Om te voorkomen dat het de definitieve naam voor de nieuwe stad zou worden, is eind 1970 gekozen voor de naam Almere. Directeur van de Rijksdienst IJsselmeerpolders en landdrost, dr ir Otto, stuitte op de naam Almere in een boekje van de Shell over het IJsselmeer waarin gerept werd over het Aelmere. Hij bracht de naam in en is daarmee de echte peetvader van de stad. Na overleg met minister Bakker is de naam vervolgens voor het eerst gebruikt in het rapport “Verkenningen omtrent de ontwikkelingen van de nieuwe stad Almere in Zuidelijk Flevoland” dat begin 1971 door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders werd gepubliceerd. Alternatieve namen waren IJmeerstad, IJdrecht, Nieuw Amsterdam, Eemmeerstad en Flevostad.