Planologie

In 1961 bracht de Dienst Zuiderzeewerken een 'Structuurplan voor de Zuidelijke IJsselmeerpolders' uit. Voor het eerst werden twee nieuwe stedelijke gebieden, Lelystad en Almere, in kaart gebracht. Het Structuurplan was niet veel meer dan een schets waar een klein groepje planologen mee aan de slag ging. De rest van het land had nog geen idee dat de basis gelegd was voor een planologische en sociologische uitdaging die z'n weerga niet kende.

 De allereerste plannen beschreven het gebied Almere als een soort Gooi. Een centrale stad van maximaal 100.000 inwoners en kleine kernen daar omheen. Die meerkernige opzet is gebleven. Daardoor kreeg de stad de mogelijkheid flexibel te groeien in een robuuste, groene structuur. Bovendien had de meerkernige opzet als bijkomend voordeel dat stadskernen hun eigen sfeer konden ontwikkelen. Wat ook gebeurde: Haven is dorps, Stad is stedelijk en Buiten is buitenwijks van sfeer. En Poort wordt een mix van stedelijkheid, landelijkheid en wonen aan het water waarbij particulier opdrachtgeverschap een belangrijke rol speelt. 

Zelfs bij de gemeentevorming in 1984 was er nog discussie of de stad niet opgesplitst zou moeten worden in meerdere gemeenten. Er was twijfel of de stad wel verder zou groeien, want wie zou daar nou willen wonen? Burgemeester Han Lammers heeft er voor gezorgd dat Almere één gemeente werd. 

 

Foto: Luchtfoto Almere 1961