Oostvaardersplassen

De Oostvaardersplassen, een internationaal befaamd natuurgebied grenzend aan Almere en Lelystad. Oorspronkelijk was het gebied bestemd voor een grootschalig industrieterrein, zoiets als het botlekgebied, mooi gelegen aan belangrijke vaarrroute...

Gelukkig liep het anders. Dat komt zo. 27 mei 1968: Zuidelijk Flevoland wordt officieel droog verklaard. Helemaal droog? Nee, niet helemaal. Op de meest laaggelegen plek in de polder bleef water achter. Daardoor kon het riet dat gezaaid was om het drogen te versnellen, geen wortel schieten. Wat restte was een slikken en plassenlandschap, een soort moeras eigenlijk. En moeras op kalkrijke zeeklei, dat kwam nauwelijks nog voor in Europa. Bijzondere planten en dieren die elders verdreven waren, kregen daar de kans zich weer te ontwikkelen. Niets meer aan doen, zou je zeggen, maar zo simpel lag het niet.

 

Het water dreigde weer weg te stromen via de sloten die waren gegraven om het omliggende gebied te kunnen ontwikkelen. Een ramp dreigde, in 1974 waren de plassen vroeg in het voorjaar zo goed als drooggevallen. Door het gebied de status van ‘tijdelijk natuurgebied’ te geven, werd het op het nippertje gespaard waarna men hard aan de slag ging met de verdere ontwikkeling. In 1975 was het gebied, van zo’n 3600 hectare, klaar. Veilig omringd door de Knardijk en Oostvaardersdijk. Nooit is er in Nederland zoveel ruimte gereserveerd voor een natuurgebied.

Dat betekent niet dat de Oostvaardersplassen vanaf dat moment veilig waren. Tot de jaren negentig werd het waterpeil kunstmatig geregeld, iets dat aanvankelijk erg gunstig was voor vogels als de lepelaar en de grauwe gans. Maar die voelden zich er zo senang, dat hele velden vol gevarieerde vegetatie werden opgevreten en er zodoende steeds meer open water bij kwam. Het meest waardevolle deel van het moeras verdween. Bovendien waren er geen rustgebieden aan de randen van de plassen. Er ontstond een groeiende behoefte aan gebieden waar gerust en gegraasd kon worden zodat de ganzen daar terecht konden in plaats van in het waardevolle moeras.

Ondertussen groeiden Lelystad en Almere allebei in rap tempo door, tijd voor een spoorverbinding. Een rechte lijn is dan uiteraard het meest logisch maar toch werd in 1982 besloten de spoorlijn om te buigen langs het waardevolle moeras na felle discussies waarbij 'baltsende zeearenden' werden aangevoerd als motief. Sinds 2005 broeden ze er ook daadwerkelijk. Dankzij dit zogenoemde 'badkuiptracé' werden ook droge delen toegevoegd aan de spontaan ontstane wetlands.

Het Oostvaardersplassen gebied is inmiddels een belangrijk en bekend tussenstation voor trekvogels, herbergt een van de belangrijkste broedgebieden voor lepelaars in Europa plus een van de grootse aalscholverkolonies.