Projektburo Almere
A6
Het Projektburo Almere hield zich bezig met de vorm van de stad en Rijkswaterstaat werkte aan de infrastructuur. Op de dijk Lelystad-Amsterdam steeds drukker. Er vielen doden. Hoog tijd voor een snelweg tussen Amsterdam en Lelystad. Bij voorkeur een kaarsrechte weg, dwars door de stad. Vond Rijkswaterstaat. Over de Hoge Vaart werden alvast opritten aangelegd. Bij het Projektburo Almere vond men het maar niks, een snelweg dwars door de stad. Ir.
Ir. J.F. de Hartog
Jan Frans de Hartog kwam eind 1976 naar de polder om aan Almere Haven te werken. In 1980 werd hij de stedenbouwkundige van Almere Buiten en vanaf de gemeentewording in 1984 nam hij de leiding van de afdeling Stedenbouwkundig Ontwerp op zich. Tot zijn afscheid in 2002 loodste hij zijn afdeling door woelige tijden, met enerzijds een constante bouwproductie van 3000 woningen per jaar en anderzijds de continue dreiging van personeelsstop tot bijna een complete privatisering van de ontwerpafdeling.
Ir. H. de Boer
Henk de Boer, architect en stedenbouwkundige, heeft van 1975 tot 1978 als lid van het Projektburo aan Almere Stad gewerkt. Hij maakte het structuurplan, stedenwijk en de eerste aanzet voor het stadscentrum.
Uitspraak: “Ik ben blij dat Almere op een gegeven moment een gemeente geworden is. Daardoor kon de bevolking, georganiseerd via de politiek, meer grip op het groeiproces krijgen. Hoe meer mensen erbij betrokken zijn, hoe beter het is.”
Ir. B.S. van der Weide
Bouwe van der Weide werkte vanaf 1973 bij het Projektburo Almere. Hij hield zich aanvankelijk bezig met de bodemgesteldheid maar was later de projectleider van Almere Stad.
Uitspraak: “In het begin werd duidelijk hoe de oude rivier De Eem door de bodem van Almere kronkelt. Daar is echt rekening mee gehouden in de bouw. De ligging van Almere Stad bijvoorbeeld, is daar mede door bepaald.”
Ir. H.J. Laumanns
Hans Laumanns werkte vanaf 1972 als landschapsarchitect bij Projektburo Almere. Hij introduceerde de groene wiggen, waarmee de natuur de stad in werd gehaald. Laumanns was een bevlogen projectleider van Haven en later van Buiten. Ook was hij de trekker van experimentele woonbuurten in Almere Stad: De NWR Bouwraibuurten in Muziekwijk (1990) en Filmwijk (1992). In de Regenboogbuurt voerde hij het thema “kleur” in en over zijn laatste experiment, het Wilde Wonen in de Eilandenbuurt, zei hij: “Nog één keer zijn we als jonge honden tekeer gegaan.
Ir. H. van Willigen
Henk van Willigen werkte van 1968 tot 1992 bij de RIJP en was betrokken bij de stadsontwikkeling van Almere. Hij maakte een van de eerste schetsen voor de meerkernige stad in een hoekje van de polder. Een schets waar de A6 toen nog kaarsrecht doorheen liep. Van Willigen bedacht als stedenbouwkundige van de eerste kern ook de haven waaraan Almere Haven z´n naam te danken heeft. Uitspraak: “Een van de grote discussiepunten binnen het Projektburo was de vraag of er wel een haven moest komen en zo ja of die haven dan een verbinding met binnendijks water moest krijgen.
Drs. P. Davelaar
Piet Davelaar, planoloog, zat in de werkgroep Zuidweststad, de voorloper van het Projektburo Almere. Hij was een van de schrijvers van het rapport ‘Verkenningen omtrent de ontwikkeling van de nieuwe stad Almere in Flevoland’, dat de basis vormde voor de ontwikkeling van Almere. Hij maakte van het begin tot 1984 deel uit van het Projektburo Almere. Uitspraak: “Er had op rijksniveau een autoriteit moeten zijn die Almere had kunnen beschermen en pushen. Die autoriteit had ervoor kunnen zorgen dat de sociaal-economische ontwikkeling vlotter van de grond was gekomen.”
Prof. Dr. R.H.A. van Duin
Prof. Dr. Van Duin was directeur van de RIJP van 1975 - 1989. Van Duin was verantwoordelijk voor de inrichting van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. Dankzij zijn inbreng werd het groen de drager voor de stad en is er gekozen voor een meerkernige opzet, iets waar overigens niet iedereen voorstander van was. Van Duin had een – zeker voor een techneut – opmerkelijk hartenwens voor de nieuwe stad: een spiritueel centrum, in de vorm van een klooster of meditatiecentrum. En dan in combinatie met culturele en wetenschappelijke activiteiten.